Home

Leerplan

Thema 1 2A

Thema 1 2B

Thema 1 2D

Thema 1 2E

Thema 2 2B

Thema 2 2D

Thema 4 2A

Thema 4 2B

Thema 4 2D

Thema 4 2E

Thema 5 2A

Thema 5 2D

Thema 5 2E

Thema 6 2B

Thema 6 2D

Thema 7 2A

Thema 7 2B

Thema 7 2D

Thema 7 2E

Thema 8 2A

Thema 8 2D

Thema 8 2E

Thema 9 2A

Thema 9 2B

Thema 9 2E

Thema 10 2B

Hit Counter

Thema 9 2E
2 ILLO E

AUTEURS: Martine Trines, Sandra Motmans, Nele Dedeurwaerder, Petra Soors

Verkenning van het symbool : vuur

De rijke betekenis van vuur

=> kinderen verkennen de rijke symbolische betekenis van vuur vanuit eigen

ervaringen en in hun eigen omgeving.

Les 1

Verkennen en aanknopingspunten zoeken

 

Van de leerlingen wordt verwacht dat ze :

- de rijke symbolische betekenis van vuur verkennen vanuit eigen ervaringen en in

hun eigen omgeving ;

- respect opbrengen voor de mening van anderen ;

- luisteren naar elkaar ;

- zelf hun mening kunnen uiten.

 

 

Lesfasen en lesinhoud (Wat)

Didactische werkvormen, klasschikking, groepering … (Hoe)

1. Introductie

a) sfeerschepping

 

 

 

b) verkenning symbool ‘ vuur’

- rond het symbool ‘ vuur’

- voortaak , liedje, kaarsje, ...

 

 

 

 

2. Kern

a) brainstormen

 

rook kaars

VUUR vlam

 

vuurwerk gezellig

b) bespreking flappen

 

 

 

Verbaal en aanschouwelijk aanbieden

x in kring

 

- De leerkracht steekt een kaarsje aan.

- De leerkracht laat een liedje beluisteren.

Klasgesprek

- Rond welk symbool zouden we werken ?

- Waarom denken jullie dat ?

 

- De leerlingen nemen prenten, voorwerpen, ...

van hun voortaak.

 

 

 

Klassikale opdrachtvorm : groepswerk

- De leerkracht verdeelt de leerlingen in

groepjes.

- Ieder groepje brainstormt over ‘ vuur’

- De leerlingen vertellen over hun

brainstorming.

- De leerkracht schrijft een aantal

kernwoorden aan bord.

   

c) bespreking voortaak

 

 

 

 

3. Slot

 

 

 

Klasgesprek

- De leerlingen vertellen over hun

meegebrachte materiaal.

 

 

Verbaal aanbieden

Leerkracht vertelt verhaal over vuur

 

 

 

Les 2

Verdiepen en confronteren

 

Van de leerlingen wordt verwacht dat ze :

- de rijke symbolische betekenis van vuur verkennen vanuit eigen ervaringen en in hun eigen omgeving ;

- het koppelen van uiteenlopende betekenissen aan elkaars ervaringen( uit vorige les ) ;

- zelf de verschillende betekenissen van vuur ontdekken ;

- respect opbrengen voor het aanwezige materiaal ;

- bereid zijn te werken in kleine groepjes.

 

 

Lesfasen en lesinhoud (Wat)

Didactische werkvormen, klasschikking, groepering … (Hoe)

1. Introductie

a) sfeerschepping

 

 

b) inleiden van het hoekenwerk

- opzoekhoek licht

- opzoekhoek warmte

- opzoekhoek gezelligheid

- opzoekhoek gevaar

 

 

2. Kern

a) Licht

zon, doopkaars, Kerstlampjes, vlammen, theelichtjes, lantaarn, vuurtoren,

haardvuur ( eventueel mandje met houtskool)

1. eigen mening

2. de lichtbron van de aarde

3. vriendelijk zijn, helpen, ...

4. kaars, zon, geel/rood/oranje, ...

5. eigen mening

6. de zon

7. eigen mening

8. licht

 

 

 

 

 

Verbaal en aanschouwelijk aanbieden

 

- De leerkracht steekt een kaarsje aan.

- De leerkracht laat een liedje beluisteren.

- De leerlingen worden verdeeld in kleine

groepen.

- Het nodige materiaal ligt klaar, ook een

opdrachtenblad.

- Er wordt gewerkt in een doorschuifsysteem.

 

 

Groepswerk

 

- De leerlingen zoeken zelf de antwoorden op.

Opdrachten

1.Is er iets dat niet past in deze hoek ? Waarom ?

2. Waarom hoort de zon in deze hoek thuis ?

3. Hoe kan je zelf een lichtje zijn voor de anderen ?

4.Teken hoe jij het licht ziet.

5.Zien jullie het licht als een teken van God ? Waarom

of waarom niet ?

6.Raadsel

" Ik geef licht, maar je ziet me niet altijd.

Want de aarde draait om haar as heen. Overdag zie je mij. ‘ s Nachts zie je me niet. Dan schijn ik aan de andere kant van de aardbol."

7. Welk voorwerp van jouw verzameling zou nog in deze

hoek passen ?

8. Wat betekent vuur in deze hoek ?

b) warmte

liefde, kaars, zon, zomer, haardvuur, hout, oven, fakkeltocht, thermometer,

kerstmis, kampvuur,

 

1. eigen mening

2. zenuwachtig, verliefd, ...

3. warmte

4. eigen mening

5. verwarming, koken, warm water,...

6. jas geven, lief zijn ,...

7. eigen mening

8. warmte

 

 

 

c) gezelligheid

kampvuur, kaarsje kandelaar, fakkel, ...

 

 

 

1. eigen mening

2. eigen mening

3. eigen mening

4. kaarsje, rustige muziek, vrienden erbij ,...

5. ruzie maken, eten met kaarslicht, kerstboom, samen met ouders tv kijken, boek

lezen, brief schrijven, samen spelen, kampvuur, gepest worden, iemand pijn doen, ..

6. eigen mening

7. eigen mening

8. gezelligheid

 

 

- De leerlingen zoeken zelf de antwoorden op.

Opdrachten

1.Is er iets dat niet past in deze hoek ? Waarom ?

2. Wanneer heb jij het soms een warm vanbinnen ?

3. Proefje

" Wrijf eens met je potlood over de mouw van je vest. Houd de potlood tussen je lippen. Voel je iets ?"

4. Zien jullie warmte als een teken van God ? Waarom ?

5. Waarom hebben we deze betekenis van vuur nodig in

ons dagelijks leven ?

6. Hoe kan je aan iemand anders warmte geven ?

7. Welk voorwerp van jouw verzameling zou nog in deze

hoek passen ?

8. Wat betekent vuur in deze hoek ?

 

 

 

 

- De leerlingen zoeken zelf de antwoorden op.

Opdrachten

1.Is er iets dat niet past in deze hoek ? Waarom ?

2.Stelling : Een kampvuur is fijner met vrienden of ook

met vreemde mensen ? Waarom ?

3. Muziekfragment. Luister naar het lied en teken

gedurende het lied door middel van lijnen hoe je je

hierbij voelt.

4.Hoe kan jij het ergens gezellig maken ?

5.Vind je het gezellig of niet ? Ja/nee vragen

6.Vertel over het gezelligste moment dat je meemaakte.

7. Welk voorwerp van jouw verzameling zou nog in deze

hoek passen ?

8. Wat betekent vuur in deze hoek ?

 

d) gevaar

krantenartikels over brand, vulkaan, vlammetjes, vuurwerk, brandwondenzalf, gevarendriehoek met vlammetjes erin

 

1. eigen mening

2. kortsluiting, opzet, ...

3. afschrikken van dieren ,...

4. eigen mening

5. kabel bij water, radio bij bad, ...

6. " Eerst water, de rest komt later"

7. eigen mening

8. gevaar

e) woordenboeken

kaars = een ronde staaf met een draadje erin( lont).

vurig = heel fel en heftig

vuur = lichtend verschijnsel

fakkel = een soort stok waar een soort kaarsvet op zit.

 

- De leerlingen zoeken zelf de antwoorden op.

Opdrachten

1.Is er iets dat niet past in deze hoek ? Waarom ?

2. Wat kunnen de oorzaken van brand zijn ?

3. Wat betekende vuur in de oertijd ?

4. Vertel over het gevaarlijkste moment dat je

meemaakte.

5. tekening : zoek de fouten.

6. Rebus

7. Welk voorwerp van jouw verzameling zou nog in deze

hoek passen ?

8. Wat betekent vuur in deze hoek ?

 

 

- De leerlingen zoeken de woorden op en

gebruiken deze in een zin.

   

vuurdood, vuurdoop, vuurkind, vuurbal, vuurgeest, vuurkracht, vuurmond, ....

 

 

3. Slot

Bespreking hoekenwerk

Evaluatie hoekenwerk

licht, warmte, gevaar, gezelligheid, ...

 

 

 

 

 

 

De leerlingen zoeken nog 8 samenstellingen met het woord ‘ vuur ‘op in het woordenboek.

 

 

 

Klasgesprek

 

- Welke betekenis van vuur werden er in de

verschillende hoeken duidelijk ?

- Welke hoek was het fijnst ? Waarom ?

- Wat vonden jullie van het hoekenwerk ?

- Wist je dat vuur zoveel betekenissen had ?

 

 

les 3

verwerken en integreren

Van de leerlingen wordt verwacht dat ze :

- de rijke symbolische betekenis van vuur vanuit hun eigen ervaringen en in hun

eigen omgeving verkennen ;

- het koppelen van uiteenlopende betekenissen aan elkaars ervaringen ;

- respect opbrengen voor het aanwezige materiaal ;

- bereid zijn te werken in kleine groepjes.

 

 

Lesfasen en lesinhoud (Wat)

Didactische werkvormen, klasschikking, groepering … (Hoe)

1. Introductie

a) sfeerschepping

 

b) speluitleg "ganzenbord"

 

 

 

 

 

c) afspraken

- Het spel verloopt rustig.

- Naar elkaars meningen luisteren.

- Elkaars meningen respecteren.

- We spelen het spel op een eerlijke manier.

 

2. Kern

 

 

3. Slot

Evaluatie van de godsdienstlessen volgens het nieuwe leerplan.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Verbaal en aanschouwelijk aanbieden

- De leerkracht steekt een kaarsje aan.

- De leerkracht laat een liedje beluisteren.

 

- De leerlingen worden verdeeld in groepjes.

- Het nodige materiaal ligt klaar.

- Telkens 1 kaartje nemen.

- Volgens de wijzers van de klok.

- Bij 6 , nog een keer gooien.

 

- De leerkracht maakt met de leerlingen bepaalde

afspraken.

 

 

 

Opdrachtvorm

- Leerlingen spelen het spel.

- Leerkracht begeleidt.

 

Klasgesprek

 

 

- Hoe vonden jullie de lessen over het " vuur" ?

- Hebben jullie gemerkt dat het godsdienstlessen

waren ?

- Vonden jullie het fijn om op zo een manier te

werken ?

- Wat kon er volgens jullie anders ?